Tegen het diep rood van fluweel
Tegen het diep rood van fluweel
strijkt mijn hand, behoedzaam,
zoekend naar rust in het zachte patroon.
De kamer ademt stilte,
en dan hoor ik, bijna onwerkelijk:
“Liefde is veiligheid en vrijheid.”
Tegen het diep rood van fluweel
strijkt mijn hand, behoedzaam,
zoekend naar rust in het zachte patroon.
De kamer ademt stilte,
en dan hoor ik, bijna onwerkelijk:
“Liefde is veiligheid en vrijheid.”
Mocht je me vergeten
wil ik dat
je één ding weet:
Als ik kijk naar de kristalmaan,
de rode tak van trage herfst
bij mijn raam,
als ik, bij het vuur gezeten,
de ongrijpbare as neem
of rimpelig lijf van brandhout,
weet je,
dat alles mij tot jou voert,
alsof alles wat bestaat,
geuren, licht, metalen,
scheepjes zijn die varen
naar jou eilanden
die me verwachten.